Tegenwoordig is het heel gebruikelijk om een printje te maken. Bijna iedereen heeft thuis wel een huis-tuin-en-keukenprinter staan van een paar tientjes waarmee werkstukken van de kinderen of tickets voor een concert kunnen worden uitgeprint. Als je een willekeurige fabriek inloopt, zie je naast de inkjet printer nog veel meer soorten printers staan zoals een dod printer of een hot foil printer. Vandaag zullen we ons echter beperken tot een korte geschiedenis van de ‘normale’ printer.
Zoals met vele uitvindingen waren de Chinezen de eerste die ze ontdekten. Rond het jaar 800 na Christus bedachten de Chinezen de eerste printtechniek. Een uitgekerfd stuk hout wordt ondergedompeld in inkt en vervolgens op een stuk papier gedrukt, wat een afdruk achterlaat. Pas rond het jaar 1400 maakt Europa kennis met deze techniek, maar de Duitsers ontwikkelen de printtechniek wel. Rond 1500 bedenken de Duitsers de drukpersmachine. Deze machine maakt het mogelijk om razendsnel pamfletten te printen. Dit maakte de drukpersmachine een populair middel om propaganda op grote schaal mee te drukken. In de 19e eeuw wordt een drukpersmachine ontwikkeld die op stoom werkt, waardoor het tempo van het printen nogmaals verhoogd wordt. Aan het einde van de 19e eeuw wordt het zelfs mogelijk om in kleur te printen.
De ontwikkeling van de pc laat nog jaren op zich wachten, maar zodra de pc in de jaren vijftig van de vorige eeuw zijn optreden maakt, duurt het niet lang voordat IBM de eerste computer printer ontwikkeld. In de jaren zestig en zeventig worden de eerste matrix-, laser- en regelprinters verkocht, maar zoals met veel uitvindingen kunnen alleen grote bedrijven zich deze luxe veroorloven. Pas in de jaren 90 van de vorige eeuw vindt de printer zijn weg naar de huishoudens in Europa. Sindsdien heeft de printer zich enorm ontwikkeld en is het nu zelfs mogelijk om 3D te printen als je daar de juiste printer voor hebt. |